‘Door die prijs kon ik mooi mijn columns bundelen’

Achterhoeker Hans Keuper koestert de taal van zijn streek

Door Eke Mannink / Achterhoek Nieuws

Dit verhaal gaat net zo goed over Rita. Zij en Hans vormen een twee-eenheid, ontdekte de interviewer tijdens de aanloop naar de afspraak. “Zij maken de muziek, ik doe alles daaromheen,” legt ze uit, terwijl ze op een cd van Boh Foi Toch wijst, de band waarmee Hans in het Nedersaksisch zingt. “Dat doen we intussen al zo’n jaar of vijfendertig.” Omdat ik zelf jaren in Tonden woonde en de band een meubelstuk is op het jaarlijkse Oranjefeest aldaar, ken ik de muziek. En weet ik hoe de concerten eraan toe kunnen gaan. Lekker wild.

Achterhoek Nieuws portretteerde de tien genomineerden voor de Willem Sluiter Prijs in 2021. Zij maakten deel uit van de eerste lichting levensverbeteraars-in-de-Achterhoek. Hoe gaat het met ze? Staan ze er anders voor dan vier jaar geleden? Deze week de slotaflevering: Hans Keuper, winnaar van de eerste editie.

Ik bezoek de Keupers in hun idyllische huis aan de bosrand bij Doetinchem. Twee pony”s op leeftijd in een weitje verderop – “de een is achtendertig, de ander eenendertig” – boeken op de planken, kunst aan de muur en een over-enthousiaste hond, die zich na verloop van tijd beschaafd terugtrekt op haar kussen. “Het is de hond van onze zoon,” zegt Keuper. “Als ze wild is in de kop en rust wil, gaat ze liggen en duimt ze op haar staart.”

Kameroen
Het gesprek is er een met omwegen en onverwachte vergezichten. Hij weidt graag en vaak uit over taalkundige zaken, terwijl zij hem naadloos aanvult met informatie uit het verleden, of de kranten.
“Ik ben bioloog van origine,” vertelt hij, “hoewel ik naar het conservatorium wilde. Volgens mijn vader viel daar geen brood mee te verdienen.” Na zijn studie woonde Keuper zeven jaar met zijn toenmalige partner in Kameroen. Hij was leraar – “soms in biologie, landbouwkunde, Engels, net hoe het uitkwam” –, maakte en bespeelde lokale muziekinstrumenten en leerde veel over taal en cultuur. “Later ben ik teruggegaan met Rita.”

Zowel zijn Kameroense ervaringen als de muziek liggen ten grondslag aan alles wat Keuper onderneemt, aan wie hij ís misschien wel. “Met Boh Foi Toch bereiken we drie generaties, soms zelfs wel vier,” vertelt hij glunderend, “dat vind ik zo mooi.”
“Er stonden een paar jochies van vijftien, zestien jaar te liften,” vult zijn vrouw aan. “Ze waren onderweg naar een festival. Wij ook, om te spelen. Ze hadden niets door in de auto. Eenmaal op het terrein aangekomen, vroegen ze waarom we doorreden. ‘We moeten backstage,’ zei ik. Toen kregen ze het in de gaten, ze moesten en zouden met je op de foto!”
Hans knikt en lacht. “We geven nog altijd vijftig tot zestig concerten per jaar,” zegt hij. “We zijn ons ervan bewust dat het niet iedereen gegeven is,” zegt zijn vrouw. “Dat we op hoge leeftijd nog kunnen doen waar we zin in hebben, dat is een voorrecht.’

Boekwerkje
Het kwartier dat volgt hebben we het over de gieteling – een oude benaming voor de merel –, de band met Jannes, hun oudste kleinzoon, het effect van de pandemie op jongeren en de verzamelbundel met columns, die het echtpaar samen met hun dochter Renske, grafisch vormgever, tot stand heeft gebracht.
‘Dat kon ik in eigen beheer uitgeven omdat ik de Willem Sluiter Prijs won,’ zegt Keuper, terwijl hij het boekwerkje vastpakt. ‘Voel eens hoe goed het in de hand ligt.’
‘En kijk eens naar die kleurencombinatie, en hier, hoe dat leeslint zit,’ vult zijn vrouw aan. Wa’k zo dachte heet de bundel. De opbrengsten worden als het even meezit gespendeerd aan de volgende delen.
Zij: “Die geven we dan op dezelfde manier vorm, zodat het mooi bij elkaar past,” en, met een knipoog: “völle mensen zollen dat maor wat gek vinnen.”
Hij: “Hoe ’t bi-j ons in de kop zit, krek zo doet wi-j ’t.”

En zo is ’t.

Hans en Rita Keuper. Foto: PR