‘Ik wil van Almen een blue zone maken’

Pien Pon stopt in 2028 als directeur-conservator, omdat ze nog veel te doen heeft

Door Eke Mannink / Achterhoek Nieuws

Op de afgesproken tijd van onze ontmoeting zijn de deuren nog dicht. Ik ga op het bankje voor het museum zitten, de directeur zal zo wel komen. Het dorpsplein ligt er rustig bij, er zoeft weinig verkeer langs. Iemand staat te vegen onder de bomen, zijn collega houdt een praatje met de chauffeur van een stilstaande auto. Verrek, ik ken die veger, dat is dorpsgenoot Gerard – en zijn collega lijkt wel héél erg op mevrouw Pon herself!

Achterhoek Nieuws portretteert de tien genomineerden voor de Willem Sluiter Prijs in 2021. Zij maakten deel uit van de eerste lichting levensverbeteraars-in-de-Achterhoek. Hoe gaat het met ze? Staan ze er anders voor dan vier jaar geleden? Deze week: Pien Pon van Museum STAAL in Almen.

Wanneer ik het plein ben opgewandeld, begrijp ik dat ze bezig zijn met de voorbereidingen voor de mei-activiteiten. “Het moet mooi voor als die honderddertig Canadezen ons bezoeken,” zegt de schoonmaker. “Gerard, kom jij toe aan het verwijderen van de stickers?” Pien Pon is naderbij gekomen en gebaart me dat ze klaar is. “Ik laat mijn spullen staan en maak het straks wel af,” roept ze naar haar collega.
“Pffffffff, al die petten.” De STAAL-directeur slaakt een diepe zucht als we het museum binnengaan. “Ik denk dat ik er wel twintig op heb, en sommige tegelijk.” Pon is een bekende Almense. Ze is betrokken bij het buurthuis, bij het mei-comité, ze zit in een commissie van het familiepensioenfonds… en dat zijn dus nog maar drie van die enorme stapel petten.

“Ik zit niet te wachten op prijzen,” begint Pon, als ik haar vraag naar de nominatie voor de Willem Sluiter. “Natuurlijk was het goed om het museum zo nog meer op de kaart te kunnen zetten. En de combinatie Sluiter-Staring – STAAL staat voor Staring en Almen – was snel gemaakt, het zijn beide dichters die tot de Achterhoekse canon gerekend worden. Maar ik was niet verbaasd dat we niet wonnen, en ook niet teleurgesteld.”
We zitten op de eerste verdieping van het museum, waar vorige maand de nieuwe tentoonstelling – over eten en kunst – opende. Ik vraag Pon naar de recente ontwikkelingen. “We zaten destijds in het staartje van de coronaperiode,” vertelt ze. “Ik zie me nog met van die enorme hazenoren op al onze vrijwilligers langsgaan, samen met collega Joke op de tandem. We brachten paaseitjes rond. Dat die vrijwilligers bijeen zouden blijven, dat was het belangrijkste. We waren net van start gegaan, eigenlijk een beetje als een kip zonder kop. Zo van: we gaan het gewoon doen, we zien wel wat we tegenkomen.”
Het bijeenhouden – van een groep, de vrijwilligers, het dorp – blijkt een terugkerend motief in het gesprek met Pon. Ze is een verbinder pur sang. “Na corona moesten we het allemaal weer opnieuw uitvinden. Gelukkig ging dat best goed.” Nu, vijf jaar later, heeft het museum drieënzeventig vrijwilligers, uit de regio. “Een kwart komt uit Almen, de anderen uit Lochem, Gorssel, Zutphen, Deventer… noem maar op.”

Onlangs begon Pon een traject met de SESAM-academie, door de wol geverfde senioren die kunnen helpen met het reilen en zeilen van vrijwilligersorganisaties. “Het begon ermee toen Joke aankondigde dat ze met pensioen gaat in 2027. Dan ga ik het jaar daarop, zei ik meteen. Tegen die tijd bestaan we tien jaar. En het is de bedoeling dat het museum niet alleen van mijn creativiteit afhangt, dan zou het geen bestaansrecht hebben.”
Pon benadrukt dat ze veel plannen heeft. “Ik wil van Almen een blue zone maken,” poneert ze. Uw verslaggever veert verrast op bij die term. Een blauwe zone?! Een plek waar bewoners door de omgeving en hun stijl van leven bovengemiddeld oud worden? Pon knikt. “Dat is mijn streven, ja. Zo’n gebied moet aan specifieke voorwaarden voldoen. Denk bijvoorbeeld aan zorg en welzijn.” Onlangs is in Almen de eerste voorzorgcirkel opgericht, een ondersteunend burgernetwerk dat inwoners in staat stelt aangenamer en langer zelfstandig te wonen. Pon is van plan de initiatieven die er al zijn vlot te trekken en uit te breiden.
“En beweging is een belangrijke,” vertelt ze. “De stoom kwam uit mijn oren toen ik begreep welke plannen er voor het zwembad in Almen op tafel liggen, daarom ben ik onlangs in de klankbordgroep gestapt.” Weer een pet voor Pon.
Ik wijs op haar shirt. In grote letters staat er HENK op. Waarom? “Henk is een bijzondere naam in ons gezin,” vertelt ze. “We kennen toevallig veel aardige Henken. Daarom hebben we een van onze honden ook zo genoemd. En als ik een bijzonder leuk persoon tegenkom, noem ik diegene vaak een Henk.”
We lachen en staan op. Pon heeft nog veel te doen. Tijd om door te gaan met de dag. Hopelijk een met veel Henken.

Pien Pon van Museum STAAL. Foto: PR