Hiske Kremer: ‘Meerstemmigheid maakt ons krachtig’
Koppelkerk in Bredevoort doet naam eer aan
Door Eke Mannink / Achterhoek Nieuws
“Kunt u het allemaal goed horen?” De gids die een groep bezoekers langs de kunstwerken van de expositie begeleidt, maakt zich zorgen over haar verstaanbaarheid. Ik vraag de mevrouw achter de balie naar Hiske Kremer. “Die zit in het café,” wijst ze, naar de deur naast een kast vol kunstkaarten en -boeken.
Achterhoek Nieuws portretteerde de tien genomineerden voor de Willem Sluiter Prijs in 2021. Zij maakten deel uit van de eerste lichting levensverbeteraars-in-de-Achterhoek. Hoe gaat het met ze? Hoe kijken ze terug? Staan ze er anders voor dan vier jaar geleden? Deze week: Hiske Kremer, van de Koppelkerk in Bredevoort.
Sprankelend en lichtvoetig beweegt de directeur – sinds november 2023 is ze als zodanig in dienst, daarvoor was ze bestuurssecretaris – zich door de ruimte. Als we eenmaal aan een tafeltje zitten, vliegt haar arm voortdurend de lucht in.
“Hoi!” “Goeiemiddag!” “Dag!” Iedere collega die ze vandaag voor het eerst ziet, wordt begroet. Dat past naadloos in haar visie, blijkt, naarmate het gesprek vordert.
Ze bestuurt een vrijplaats voor kunst en cultuur. Hoe? “Hier komen alle vormen samen,” vertelt Kremer. “Overdag is het een museum, ‘s avonds een podium voor concerten, lezingen en maatschappelijk debat. We organiseren literaire avonden, stellen op een brede manier thema’s centraal, hebben een groep vrijwilligers die in werkgroepen meedenken over het programma… en, belangrijk, we willen verankeren in het Bredevoortse. Dat we niet alleen zelf een eenheid vormen, nee – we willen juist ook samenwerken met organisaties van buitenaf.”
Buren van de Koppelkerk, een stel dat verhuisde uit het westen van het land, meldden zich een paar jaar geleden als vrijwilligers. “Van hen heb ik iets geleerd,” stelt Kremer. ” ‘Hij merkte als nieuweling in de Achterhoek dat de Koppelkerk zelf nog meer middenin de lokale gemeenschap kan staan’ ‘Kan ik daarbij helpen?’ vroeg hij. Inmiddels is hij onze pr-man.”
De samenwerking wordt intensief opgezocht. Als voorbeelden noemt Kremer het lichtjesfestival Bredevoort Schittert – “die hebben hier in de kerk verschillende orkesten laten optreden” –, een vrijwilligersbijeenkomst van Onderduikmuseum Aalten en een concertuitwisseling met de Sint Joriskerk.
Saillant detail is de naam van haar organisatie; koppelen staat immers voor ‘vast aan elkaar verbinden’, of: ‘een aantal mensen of dingen die bij elkaar horen.’ “Ja, mooi, hè?” Kremer knikt en lacht. “Het is hier veelstemmig, en dat werkt, dat geeft kracht.”
Dat het werk bij tijd en wijle veel hersenkronkels met zich meebrengt, neemt ze op de koop toe. Zo moet ze altijd goed kunnen verantwoorden waarom financiële bijdragen aan de organisatie goed terechtkomen. “Culturele uitingen kosten geld. En is het zinvol? Tja, we zouden minder projecten en minder activiteiten kunnen organiseren. Iedereen die twijfels heeft bij wat we doen, zou ik zo graag hier uitnodigen om met eigen ogen te zien wat er gebeurt. Met hoeveel passie en inzet er wordt gewerkt, en welke verbindingen kunnen ontstaan. Dat we soms met een paar mensen de diepte ingaan tijdens een literaire avond. En een week later een afgeladen kerk hebben met een spetterend concert. Dat het een het ander aanvult, dat voorstellingen mensen op kunnen tillen. Dat het niet altijd gaat om meer of minder geld, maar dat het een ander soort waarde is waar we voor staan.”
Is er niets negatiefs te melden? “Nee, niets.” Kremer schudt beslist haar hoofd. Misschien is er een verband tussen het succes en de sprankeling. En misschien speelt de fiets een rol, die tegen de kerk geparkeerd staat. Een ouderwetse, niet-elektrische fiets, waarop Kremer dagelijks de elementen trotseert, van en naar haar huis in Winterswijk. Ze knikt. “Ik heb het vaker gezegd: die eenzame momenten waarop ik op de fiets zit, zijn mijn redding.”
Hiske Kremer voor de Koppelkerk in Bredevoort. Foto: Eke Mannink
