Maurits Steverink: ‘Combineer passie met vakmanschap en je bent er’

Door Eke Mannink / Achterhoek Nieuws

Wie het erf van boerderij Nelles in Silvolde opkomt, waant zich in een kinderboekillustratie. Alles klopt: de houten bankjes, het kippenhok en de heggetjes die de terrassen omringen. Een kunstwerk in de vorm van een slak symboliseert de slowfood-beweging. Erachter staat een reusachtige bank, getimmerd van oude gebinten. 

Achterhoek Nieuws portretteerde de tien genomineerden voor de Willem Sluiter Prijs in 2021. Zij maakten deel uit van de eerste lichting levensverbeteraars-in-de-Achterhoek. Hoe gaat het met ze? Hoe kijken ze terug? Staan ze er anders voor dan vier jaar geleden? Deze week: Maurits Steverink van True Food Projects in Silvolde.

Als we in de tot modern kantoor omgebouwde zolder van eigenaar Maurits Steverink zitten, begin ik over de Achterhoekse vlag, die op dat idyllische erf wappert.

“Heb je die paal gezien?” vraagt Steverink. Ik moet bekennen van niet. “Dat is ook een echte Achterhoekse. Van lokale Douglas, die volgens een oude methode verduurzaamd is. Frank Diekman uit Lievelde heeft hem ontbast, maanden gewaterd in zijn vijver en daarna gedroogd.”

Natuurlijk zou het makkelijker – en goedkoper – zijn geweest als Steverink even een bruggenmast via internet had besteld. Maar dit is toch wie hij is: het moet liefst duurzaam én lokaal zijn. “Ik werk graag samen met vakmensen,” vertelt hij. “Die vertegenwoordigen een bron van kennis. Vaak is die kennis voor een deel vergeten, daarom is het belangrijk dat mensen hem actief blijven gebruiken.”

Wanneer ik hem vraag zijn werk te omschrijven, lacht hij. “Eigenlijk ben ik voortdurend alles aan elkaar aan het lullen,” is het antwoord. Hij wijst naar de vijf schermen die her en der op de burelen staan. Dan naar zijn telefoon. “En het meest zit ik hierop. Het is belangrijk om de verschillende culturen in foodketens te verbinden. Dan kan er waardecreatie ontstaan, zoals dat heet in ons vak.” Sleutelwoord in Steverinks werk is ‘ketenmanagement’. Hij helpt bij het verduurzamen van de voedselketens, adviseert, geeft gastcolleges en presentaties over goed eten. 

In 2018 overleed zijn vrouw Corinne, na een ziekbed van zes jaar. Met haar had hij de boerderij, zijn ouderlijk huis, en het erf verbouwd om een plek voor zorg te creëren. “Ik ontwierp de grote lijnen, zij deed de details, die maken het mooi,” vertelt hij. “Haar ziekte zorgde ervoor dat we in een compleet andere film terechtkwamen. Het was een moeilijke periode, je moet je eigen tempo daarin blijven aanhouden, dan struikel je er wel doorheen.”

Inmiddels heeft hij een nieuwe geliefde, Iris, die in Nijmegen woont. Met zijn nichtje, Jeanne Steverink, werkt hij veel op kantoor. Steverink: “Mensen waarschuwden me: moet je wel zakendoen met familie? Ik denk van wel; als je elkaar maar alles blijft zeggen.”

Onlangs had hij zeventien studenten van de gastronomische universiteit uit Turijn, Italië, op bezoek. Het was voor hun interessant om te zien dat goed en duurzaam eten ook een voedingsbodem vindt in een niet zo elitaire omgeving als zij gewend waren. “Ik heb ze mijn Italiaanse ham, de culatello, laten zien, in 2006 ontdekt op een workshop in Turijn”, vertelt hij. “Het is een in varkensblaas twee jaar gerijpte ham, met rode wijn en kruiden. Gemaakt met vakman John van Broekhuizen en varkens uit Halle. De ham was Italian approved! Dat is de Achterhoek. Geen branie, gewoon máken! Ik houd van niet te veel show. Het gaat om de basis. Je moet je varkens goed verzorgen, diervriendelijk vervoeren, goed behandelen tot en met de dood. Als je dat goed doet, heb je alleen een pot zout nodig, wat kruiden en veel tijd, dan is de smaak al subliem.”

Terwijl we naar de koelkast lopen om de hammen te bekijken, vertelt Steverink, die zijn zelf gefokte varkens de Spice Girls noemt, over de Achterhoek. “Ik ken geen regio waarin de food-aanpak zo integraal en van onderop gebeurt. Belangrijk is dat we vakmanschap met passie combineren en dat communiceren. We hebben geen goeroes nodig. Geen fancy koks, of modegrillen. We doen het puur.”

Maurits Steverink bij de slak op zijn erf, die de slowfood-beweging symboliseert. Foto: Eke Mannink